Werknemers die in het bos werkzaam zijn, zijn vooral groenspecialisten. Over het algemeen hebben zij wat minder kennis van de bijzondere cultuurhistorische elementen die in het landschap aanwezig kunnen zijn. Aandacht voor cultuurhistorische resten is echter uitermate belangrijk. Ze dragen immers bij aan de biodiversiteit van het landschap en zijn een stimulans voor de ontwikkeling van bijzondere flora en fauna.
Cultuurhistorische resten zijn vaak erg kwetsbaar en kunnen soms alleen met de inzet van moderne technieken opgespoord worden. Bij de houtoogst worden wallen, grafheuvels, kuilen waar klapperstenen, leem of zand werd gewonnen en resten van schuttersputjes of loopgraven al snel over het hoofd gezien waardoor dit erfgoed ongewild verloren gaat.
In de cursus ‘Erfgoed in het bosbeheer’ zetten Joyce Penninkhof van Stichting Probos en Peter Schut van CH-Advies in Lagen het herkennen, in kaart brengen en het beheer en het behoud van de cultuurhistorische relicten centraal om zodoende te komen tot verantwoord beleid en beheer. En daarmee tot een verantwoord omgaan met de geschiedenis van het bos waarin ook de wandelaar doorgaans bijzonder in is geïnteresseerd.